Resources

Competenties

Standaard-competenties voor 360ºfeedback

Heeft jouw organisatie eigen competenties?
Dan kun je die natuurlijk in ons feedbacksysteem integreren. Heb je geen eigen competenties? Gebruik dan onze standaard thema's (je vindt ze hieronder) of laat een profiel op maat ontwikkelen door onze HR-professionals.

Ontwikkelplanner 360ºfeedback biedt een standaard competentieprofiel aan met 33 competenties. Hieruit selecteer je de competenties die passen bij de functie van een testpersoon. Hoewel algemeen, zijn de competenties in een groot aantal branches inzetbaar. De stellingen zijn breed geformuleerd en omschrijven concreet, waarneembaar gedrag.

Het basisprofiel is beschikbaar in Nederlands, Engels, Duits, Frans en Spaans.
Je kan het profiel direct gebruiken in onze tool of zelf aanpassen en aanvullen.

Heeft jouw organisatie behoefte aan een competentieprofiel op maat? Of wil je een second opinion op een bestaand profiel?

Neem contact op
Aanpassingsvermogen

Aanpassen aan veranderende omstandigheden.

  • Je staat open voor vernieuwing.
  • Je wijkt gemakkelijk af van een voorgenomen plan, als omstandigheden daarom vragen.
  • Je ziet kansen in veranderende situaties.
  • Je stemt jouw werkwijze/strategie af op specifieke situaties en/of personen.
  • Je bent ook flexibel onder druk.
Accuratesse

Nauwkeurig werken.

  • Je volgt de geldende procedures en werkwijzen.
  • Je hebt oog voor detail.
  • Je werkt zo foutloos mogelijk, ook onder druk.
  • Je anticipeert op situaties waarbij nauwkeurigheid in het gedrang kan komen.
Adviseren

Invloed uitoefenen op beleid en plannen zonder zelf beslissingsbevoegdheid te hebben.

  • Je gebruikt vakkennis en ervaring om  goede informatie te geven bij besluitvorming.
  • Je weet wat de belangen zijn van de beslissingsmakers.
  • Je anticipeert op tegenstrijdige belangen en weerstand.
  • Je weet complexe vraagstukken te doorgronden.
  • Je zorgt voor een weloverwogen onderbouwing en weet te overtuigen.
Assertiviteit

Voor zichzelf opkomen.

  • Je komt op voor jouw behoeften en standpunten.
  • Je geeft jouw grenzen aan en kan 'nee' zeggen.
  • Je geeft actief feedback over gedrag van anderen.
  • Je durft gevoeligheden op een directe manier te bespreken, zonder omwegen.
Besluitvaardigheid

Knopen doorhakken en beslissingen nemen.

  • Je voelt aan wanneer een besluit genomen moet worden.
  • Je weet wanneer je voldoende informatie hebt om een besluit te nemen.
  • Je neemt een duidelijk standpunt in, ook bij meningsverschillen.
  • Je neemt verantwoordelijkheid voor het nemen van het besluit.
  • Je durft impopulaire besluiten te nemen.
Coachen

Anderen begeleiden bij hun professionele ontwikkeling.

  • Je geeft adviezen waarmee de ander nieuwe ideeën en bekwaamheden kan ontwikkelen.
  • Je houdt rekening met het niveau van ontwikkeling van de ander.
  • Je stimuleert het reflectief vermogen van de ander.
  • Je draagt bij aan het zelfvertrouwen van de ander.
  • Je volgt medewerkers in hun ontwikkeling en geeft regelmatig feedback.
Conflicthantering

Op tactische, oplossingsgerichte wijze omgaan met conflicterende partijen.

  • Je weet de belangen van conflicterende partijen in te schatten.
  • Je maakt gevoeligheden bespreekbaar.
  • Je zorgt met jouw optreden voor deëscalatie.
  • Je stuurt aan op een oplossing die voor alle betrokkenen acceptabel is.
Creativiteit

Originele oplossingen aandragen.

  • Je legt snel verbanden bij het analyseren van vraagstukken.
  • Je komt met vindingrijke ideeën bij het zoeken naar oplossingen.
  • Je kunt zaken vanuit verschillende perspectieven benaderen.
  • Je bent vasthoudend in het zoeken naar een oplossing, ondanks de bedenkingen van anderen.
  • Je kijkt kritisch naar bestaande werkwijzen en draagt alternatieven aan.
Innoveren

Vernieuwende werkwijzen onderzoeken en initiëren.

  • Je bent toekomstgericht en staat open voor verandering.
  • Je zoekt naar nieuwe kansen en trends in jouw vakgebied.
  • Je vertaalt die ontwikkelingen naar de dagelijkse praktijk van jouw organisatie.
  • Je durft te experimenteren met een nieuwe aanpak.
  • Je zoekt naar (samenwerkings)verbanden en steun voor vernieuwende ideeën.
Integriteit

Handhaven van algemeen aanvaarde ethische normen.

  • Je respecteert procedures, voorschriften en regels.
  • Je kunt vertrouwelijkheid van informatie inschatten.
  • Je communiceert pro actief over jouw eigen belangen.
  • Je bent alert op het voorkomen van belangenverstrengeling.
  • Je handelt volgens de regels, ook als je tegenstand of druk ervaart.
Inzet en verantwoordelijkheid

Inzet tonen, bewust zijn en verantwoording nemen voor verplichtingen en kwaliteitsnormen.

  • Je bent een serieuze, harde werker.
  • Je doet wat je belooft; je levert op tijd en volgens afspraak.
  • Je toont initiatief en zoekt uitdagingen op.
  • Je neemt verantwoordelijkheid voor fouten en zet alles op alles om ze te corrigeren.
  • Je onderneemt actie als je misstanden constateert.
Klantgerichtheid

Gericht zijn op behoefte van de afnemer van producten en diensten.

  • Je stelt je hulpvaardig op.
  • Je zoekt naar behoeften van de klant: vraagt door, anticipeert en denkt mee.
  • Je komt afspraken na, communiceert tijdig en duidelijk.
  • Je gaat na of je aan de verwachtingen van de klant hebt voldaan.
  • Je reageert constructief op ontevredenheid en klachten.
  • Je onderhoudt de relatie met klanten.
Leidinggeven

Medewerkers aansturen om afgesproken doelen te bereiken.

  • Je stelt doelen voor jouw team en maakt jouw verwachtingen duidelijk.
  • Je bewaakt de voortgang en stuurt bij waar nodig.
  • Je erkent prestaties en toont waardering.
  • Je hebt oog voor de behoeften van teamleden.
  • Je begeleidt medewerkers in hun  ontwikkeling.
  • Je weet  teamleden te inspireren en te motiveren.
  • Je geeft het goede voorbeeld: toont het gedrag dat van medewerkers wordt verwacht.
Luisteren

Informatie vergaren bij gesprekspartners.

  • Je neemt tijd om te luisteren naar anderen.
  • Je stelt de juiste vragen om alle beschikbare informatie te verzamelen.
  • Je toetst of je hebt begrepen wat de ander heeft gezegd.
  • Jouw non-verbale gedrag ondersteunt het luisteren.
Mondelinge communicatie

Informatie vergaren bij gesprekspartners.

  • Je gebruikt nette, verzorgde taal.
  • Je spreekt rustig en verstaanbaar.
  • Je stemt jouw taalgebruik af op gesprekspartner(s).
  • Je lichaamstaal en intonatie dragen bij aan jouw boodschap.
  • Je weet jouw toehoorder(s) te boeien.
  • Je kan complexe zaken goed verwoorden.
Netwerken

Opbouwen en onderhouden van relaties ter ondersteuning van het behalen van doelstellingen.

  • Je zoekt actief contact met mensen die kunnen bijdragen aan het behalen van jouw professionele doelstellingen.
  • Je 'haalt' niet alleen informatie bij die contacten, je 'geeft' en 'deelt' actief.
  • Je brengt mensen uit jouw netwerk met elkaar in contact.
  • Je deelt informatie in relevante, professionele netwerken (online/offline).
Omgevingsbewustzijn

Op de hoogte zijn van ontwikkelingen die van invloed zijn op het functioneren van de organisatie en daarnaar handelen.

  • Je zoekt actief naar nieuws en informatie met betrekking tot jouw vakgebied.
  • Je bent op de hoogte van politieke en maatschappelijke ontwikkelingen die de organisatie kunnen raken.
  • Je weegt externe ontwikkelingen mee in jouw werkzaamheden en toekomstplannen.
  • Je hebt oog voor externe gevoeligheden en machtsverhoudingen.
Onderhandelen

In een communicatieproces komen tot een voor alle partijen acceptabele oplossing voor een vraagstuk.

  • Je kent je eigen doelen, mogelijkheden en beperkingen bij een onderhandeling.
  • Je weet de belangen van de ander in te schatten en speelt daar op in.
  • Je stuurt aan op een oplossing die voor alle partijen acceptabel is.
  • Je houdt stand bij weerstand en onverwachte wendingen.
Ondernemerschap

Effectief handelen in de markt.

  • Je ziet kansen in de markt en benut ze.
  • Je durft risico’s te nemen om nieuwe kansen te creëren in de markt.
  • Je weet anderen enthousiast te maken voor jouw initiatieven.
  • Je zoekt actief contact met mensen die kunnen bijdragen aan jouw doelen.
  • Je bent vastberaden en zoekt creatieve oplossingen bij weerstand of tegenslag.
Oordeelsvorming

Informatie, feiten en mogelijkheden afwegen en tot een oordeel komen.

  • Je laat je goed informeren voordat je een oordeel vormt.
  • Je benadert vraagstukken vanuit verschillende invalshoeken, hebt oog voor verschillende belangen.
  • Je maakt genuanceerde afwegingen en kan jouw oordeelsvorming beargumenteren.
  • Je doorziet de gevolgen van het standpunt dat je inneemt.
Organisatiesensitiviteit

Onderkennen van onderlinge afhankelijkheid van onderdelen van de organisatie.

  • Je bent je bewust van ontwikkelingen die in de organisatie spelen.
  • Je doorziet welke impact andere organisatie-onderdelen kunnen hebben op jouw werkzaamheden.
  • Je weegt de belangen van andere organisatie-onderdelen mee in jouw besluitvorming.
  • Je hebt oog voor onderlinge verhoudingen in de organisatie.
Overtuigingskracht

Anderen kunnen overtuigen van jouw mening.

  • Je gebruikt heldere argumenten om anderen te laten instemmen met jouw standpunt.
  • Je laat non-verbaal zien dat je achter jouw standpunt staat.
  • Je houdt stand bij weerstand en bezwaren.
  • Je gaat met argumenten en empathie in op bezwaren van anderen.
Plannen en organiseren

Werk zo inrichten dat het efficiënt en effectief uitgevoerd kan worden.

  • Je stelt haalbare doelen.
  • Je stelt een werkwijze op met heldere prioriteiten en processtappen.
  • Je betrekt alle relevante factoren: wat moet er gebeuren, met welke middelen, tegen welke kosten, door wie, op welk moment, etc.
  • Je bewaakt de voortgang van het werk.
Presenteren

Informatie boeiend en enthousiasmerend overbrengen op anderen.

  • Je komt zelfverzekerd over op jouw toeschouwers.
  • Je brengt een heldere structuur aan in betogen en presentaties.
  • Je gebruikt taal en kiest informatie die is toegespitst op de ontvanger(s).
  • Je houdt de aandacht van het publiek vast.
  • Je staat in contact met de toehoorders en speelt in op hun signalen.
Resultaatgerichtheid

Actief gericht zijn op te behalen resultaten.

  • Je formuleert concrete, haalbare doelen bij aanvang van werkzaamheden.
  • Je bent gedreven en stuurt aan op het behalen van doelen.
  • Je grijpt in wanneer het resultaat niet of niet volgens afgesproken criteria dreigt te worden bereikt.
  • Je zoekt naar methoden om efficiënter te werken.
  • Je bent gefocust op kwaliteit, ook onder druk.
Samenwerken

Met anderen organisatiedoelen bereiken.

  • Je draagt bij aan werkzaamheden van anderen.
  • Je vraagt actief om input van anderen bij het bereiken van organisatiedoelen.
  • Je reageert constructief op initiatieven van anderen.
  • Je zoekt of initieert nieuwe samenwerkingsverbanden.
Schriftelijke communicatie

Informatie schriftelijke helder overbrengen.

  • Je hanteert correcte grammatica, spelling en interpunctie.
  • Je brengt een heldere structuur aan in jouw teksten.
  • Je schrijft boeiende, overtuigende teksten.
  • Je stemt jouw taalgebruik af op de doelgroep.
Sensitiviteit

Rekening houden met de gevoelens en behoeften van anderen en inzicht hebben op de impact op anderen.

  • Je houdt rekening met de gevoelens, behoeften en doelen van anderen.
  • Je toont begrip voor afwijkende meningen, wensen en principes.
  • Je doorziet welke uitwerking jouw gedrag heeft op anderen.
  • Je pikt non-verbale signalen van anderen op; ziet als er iets aan de hand is.
  • Je kan op een integere, respectvolle manier in gesprek gaan over de gevoelens en behoeften van anderen.
Sociabiliteit

Op een natuurlijke manier contact kunnen maken en onderhouden.

  • Je spreekt mensen aan, neemt het initiatief tot een gesprek.
  • Je praat makkelijk mee over een verscheidenheid aan onderwerpen.
  • Je toont interesse en stelt de ander vragen.
  • Je past je eenvoudig aan in sociale en zakelijke interactie.
  • Je bent in staat om jezelf en de organisatie te profileren in contact met anderen.
Stressbestendigheid

Onder moeilijke omstandigheden effectief kunnen blijven handelen.

  • Je functioneert effectief bij verhoogde druk: houdt overzicht en stelt prioriteiten.
  • Je reageert kalm op tegenslag, weerstand of teleurstelling.
  • Je zoekt onder moeilijke omstandigheden naar constructieve oplossingen.
  • Je maakt ook in onvoorziene situaties een weloverwogen beslissing.
Visie

Visie hebben op de ontwikkeling van team en/of organisatie.

  • Je denkt vooruit en anticipeert op verandering.
  • Je herkent relevante trends en patronen in jouw vakgebied.
  • Je weegt relevante trends mee in toekomstplannen.
  • Je draagt een duidelijke mening uit over de toekomst van jouw team en/of organisatie.
Voorkomen

Een goede, professionele indruk maken.

  • Je kleedt je op een manier die passend is voor de situatie.
  • Je komt ontspannen en zelfverzekerd over.
  • Je legt op een open, hartelijke manier contact.
  • Je toont je kundig en vakbekwaam.
Zelfontwikkeling

In staat zijn om zich professioneel te ontwikkelen.

  • Je zoekt mogelijkheden om jezelf te ontwikkelen.
  • Je vraagt actief om feedback.
  • Je ziet kritiek en fouten als een kans om te leren.
  • Je past geleerde kennis en vaardigheden toe in de praktijk.
  • Je hebt een reëel beeld van je sterke- en ontwikkelpunten.

Voorbeeld
360ºfeedbackrapport

Download een demo-rapport